Nieuws

20-03-2023

Bezint eer gij zich hoofdelijk verbindt

Het komt nogal eens voor dat een huiseigenaar een (nieuwe) relatie aangaat waarbij de partner zich bij de gemeente inschrijft op het adres van de huiseigenaar. Als er sprake is van een lopende hypotheek dan is de partner niet aansprakelijk voor het betalen va rente en aflossing. Mocht de relatie onverhoopt misgaan dan komt de partner er zonder financiële kleerscheuren van af.

Echter, als tijdens de samenwoonrelatie de hypotheek van de huiseigenaar wordt overgesloten voor bijvoorbeeld een verbouwing dan zal de bank in bijna alle gevallen eisen dat de partner mee tekent als hoofdelijk aansprakelijk debiteur. Dit gaat goed zolang de relatie in stand blijft. Als er een samenleefcontract is mogen de huiseigenaar en de partner zelfs samen de hypotheekrente aftrekken van de inkomstenbelasting. Het gaat echter mis zodra de liefde over is en de partner de woning verlaat. Ondanks dat de partner geen mede-eigenaar van de woning is blijft hij of zij aansprakelijk voor de volledige hypotheekschuld. Stel dat de huiseigenaar zijn of haar baan kwijtraakt en stopt met de maandelijkse betalingen aan de bank. Dan klopt de bank bij de inmiddels ex-partner aan en zal die domweg moeten betalen.

Recent speelde hierover een rechtszaak waarbij de samenwoonrelatie van de huiseigenaar en de partner meer dan tien jaar geleden is geëindigd. De partner wilde zelf een woning kopen maar daarvoor moet hij eerst ontslagen worden uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypotheekschuld die betrekking heeft op de woning van de huiseigenaar. Omdat die niet reageert op verzoeken van de ex-partner om mee te werken aan zijn ontslag uit de aansprakelijkheid jegens de bank is hij een kortgedingprocedure gestart waarin hij vordert dat hij wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid dan wel dat de huiseigenaar wordt veroordeeld om de woning te verkopen tegen de marktwaarde.

De Voorzieningenrechter van dienst heeft de vorderingen afgewezen omdat onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat hiervoor een rechtsgrond bestaat. De huiseigenaar is in de procedure niet komen opdagen en heeft geen verweer gevoerd. Als een gedaagde partij geen verweer heeft gevoerd is het algemene uitgangspunt dat de vorderingen van een eisende partij in beginsel voor toewijzing vatbaar zijn. Voorwaarde is dan wel dat deze vorderingen niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen. In dit verband is van belang dat het gestelde de vordering en het beoogde rechtsgevolg moet kunnen dragen. Daar ging het voor de ex-partner mis. Van een samenlevingsovereenkomst, een geregistreerd partnerschap of een huwelijk was geen sprake zodat daarin geen aanknopingspunten kunnen worden gevonden. Het enkele feit van eigendom van de woning betekent niet dat de huiseigenaar ervoor moet zorgen dat de ex-partner wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. Ter zitting verklaarde de ex-partner dat hij zich destijds, in (te) goed vertrouwen dat het wel goed zou komen, bewust verbonden aan de hoofdelijke aansprakelijkheid waarbij hij wist dat de woning volledig eigendom was van zijn partner.

De moraal van dit verhaal is: teken niet mee voor een hypotheek op een woning waarvan u zelf geen (mede)eigenaar bent. Zo voorkomt u dat u tot in lengte van jaren achtervolgd wordt voor de hypotheek van een ex-partner. Via de notaris hadden beiden een prachtige regeling kunnen treffen waardoor de geschetste problemen voorkomen hadden kunnen worden.

Wilt u meer weten over het mee-tekenen op een hypotheek of de risico’s op hoofdelijke aansprakelijkheid? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Lees meer
20-03-2023

Grote vrijheid aandeelhouders voor afspraken in aandeelhoudersovereenkomst

Aandeelhouders in een BV kunnen buiten de openbare statuten om – bij oprichting of later – met elkaar aanvullende afspraken maken in een aandeelhoudersovereenkomst. De aandeelhoudersovereenkomst is niet openbaar, de daarin vastgelegde afspraken zijn niet toegankelijk voor derden. Aandeelhouders hebben daarmee veel vrijheid om onderlinge afspraken te maken. De wet kent wel een begrenzing in die vrijheid.

Het aantal onderwerpen waarover aandeelhouders onderling afspraken kunnen maken is vrijwel onbeperkt. In de praktijk blijkt een aantal onderwerpen het meest aan de orde te komen.

  1. Er worden afspraken gemaakt over hoe samen te werken, de frequentie van overleg, de mate van eensgezindheid bij besluiten en andere werkafspraken.
  2. Met elkaar stellen de aandeelhouders de prijs vast die betaald zal worden voor de aandelen als een van de aandeelhouders aandelen wil overdragen. Dat kunnen de aandeelhouders onderling doen, maar zij kunnen bijvoorbeeld ook afspreken om daar een onafhankelijke derde voor in te schakelen, bijvoorbeeld een accountant.
  3. Welke invloed heeft het op de prijs van de aandelen als een vennoot aandelen wil aanbieden in de situatie dat hij of zij aan alle overeengekomen afspraken heeft voldaan. En wat zijn de prijsgevolgen voor de vertrekkende aandeelhouder die niet aan bepaalde vooraf overeengekomen voorwaarden heeft voldaan. Er kan in de aandeelhoudersovereenkomst worden afgesproken dat deze aandeelhouder een lagere prijs voor zijn aandelen ontvangt.
  4. Aandeelhouders kunnen ook afspreken dat zij gezamenlijk hun aandelen verkopen aan een derde, op het moment dat een van de aandeelhouders zijn of haar aandelen wil overdragen. Daar tegenover kunnen zij ook afspreken dat zij de overige aandeelhouders dan het recht (en niet de plicht) hebben om hun aandelen ook te verkopen.
  5. In de aandeelhoudersovereenkomst kunnen aandeelhouders vastleggen hoe zij elkaar aan gemaakte afspraken zullen houden. Dat kan bijvoorbeeld een boete zijn, te betalen aan de overige aandeelhouders.
  6. Overigens zijn aandeelhouders zoals gesteld vrij in het vastleggen van onderlinge afspraken. Daarbij zou strijdigheid met de statuten kunnen optreden. In principe gaan de bepalingen in de statuten voor. Als de bestuurder van de vennootschap – dat hoeft niet een aandeelhouder te zijn – ook de aandeelhoudersovereenkomst meeondertekent, dan krijgt de overeenkomst zogenaamde vennootschappelijke werking. Dat betekent dat de afspraken in de aandeelhoudersovereenkomst doorwerken op het niveau van de vennootschap zelf. De afspraken in de aandeelhoudersovereenkomst kunnen dan voorgaan op vergelijkbare bepalingen in de statuten. Randvoorwaarde is dat het belang van de vennootschap dan niet op onaanvaardbare wijze wordt geschaad.

Wilt u meer weten over de mogelijkheden die een aandeelhoudersovereenkomst biedt? Bel ons voor een afspraak.

Lees meer
13-03-2023

Bank betaalt voor nieuwe hypotheekakte bij wijziging erfpacht

Als een erfpachter overstapt van voortdurende naar eeuwigdurende erfpacht, mag de bank hem om een nieuwe hypotheekakte vragen. De kosten voor het opstellen van deze nieuwe akte komen echter voor rekening van de bank. Dat blijkt opnieuw uit een uitspraak van klachteninstituut Kifid, ditmaal in hoger beroep.

De uitspraak van de Commissie van Beroep van Kifid is bindend, en volgt op een uitspraak van de Geschillencommissie van het klachteninstituut die in maart vorig jaar vergelijkbaar oordeelde.

Miniem risico voor de bank

In deze zaak maakte een huiseigenaar gebruik van de mogelijkheid van de gemeente Amsterdam om over te stappen van voortdurende naar eeuwigdurende erfpacht. Volgens de bank bracht dit het risico met zich mee dat het bestaande hypotheekrecht van de bank niet mede het gewijzigde recht van erfpacht omvat. Kifid oordeelt echter dat de overstap naar eeuwigdurende erfpacht niet zo wezenlijk is dat er een nieuw recht van erfpacht is ontstaan.

De wijziging van het recht van erfpacht brengt voor de bank dan ook een miniem risico met zich mee dat haar hypotheekrecht in gevaar komt. Dit maakt het opstellen van een nieuwe hypotheekakte niet noodzakelijk, stelt de Commissie van Beroep. Als de bank toch een nieuwe hypotheekakte van de erfpachter verlangt, dan moet zij hier zelf de kosten voor betalen.

Soortgelijke klachten

Kifid heeft nog een aantal soortgelijke klachten in behandeling over de kosten voor een hypotheekakte bij de overstap naar eeuwigdurende erfpacht. Het klachteninstituut zal die in lijn met deze nieuwe uitspraak beoordelen.

Bron KNB

Lees meer
13-03-2023

Overdracht aandelen in strijd met blokkeringsregeling heeft grote gevolgen

In een recent gewezen arrest kwam de vraag aan de orde wat het gevolg is van een overdracht van aandelen in strijd met een blokkeringsregeling. Een overdracht waarbij de aandelen in strijd met de in de statuten van de besloten vennootschap opgenomen aanbiedingsregeling worden overgedragen is ongeldig.

Een handelen in strijd met een in de statuten van een besloten vennootschap opgenomen blokkeringsregeling betekent niet dat de overdrager beschikkingsonbevoegd is. Besloten vennootschappen zijn vrij in het al dan niet opnemen van een blokkeringsregeling in de statuten en daarmee de overdraagbaarheid van aandelen al dan niet te beperken. Eenmaal opgenomen in statuten moeten de aandeelhouders zich er ook daadwerkelijk aan houden.

Een overdracht in strijd met een blokkeringsregeling loopt derhalve stuk op de beperkte overdraagbaarheid van de desbetreffende aandelen en niet op beperkte beschikkingsonbevoegdheid van de vervreemder. Dat betekent dat de wet geen bescherming biedt aan een derde-verkrijger, omdat er niet wordt toegekomen aan de vraag of de vervreemder beschikkingsonbevoegd is.

Een derde verkrijger kan wel bescherming ontlenen aan de algemene derdenbescherming die in de wet is opgenomen. Dan moet wel, gelet op de omstandigheden van dat geval, het vertrouwen op de juistheid van de veronderstelling gerechtvaardigd zijn en de derde op dat vertrouwen voortbouwend handelingen hebben verricht.

De les die hieruit getrokken kan worden is dat overdracht van aandelen in strijd met de in de statuten opgenomen blokkeringsregeling verregaande consequenties heeft! Wilt u meer weten over het nut van een blokkeringsregeling? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Lees meer
06-03-2023

Minder geregistreerd partnerschappen in 2022

Het aantal geregistreerd partnerschappen is vorig jaar voor het eerst in lange tijd gedaald. In 2022 werden ruim 24.000 partnerschappen gesloten, zo’n 2.000 minder dan het jaar ervoor. Dat blijkt uit cijfers van het CBS.

Het geregistreerd partnerschap werd 25 jaar geleden in het leven geroepen, met name om stellen van gelijk geslacht de mogelijkheid te bieden hun relatie te formaliseren. Toen het huwelijk in 2001 ook voor stellen van gelijk geslacht werd opengesteld, kozen die paren echter veel vaker voor trouwen.

Juridisch ouderschap

Sinds dat jaar begon het geregistreerd partnerschap aan een gestage opmars, vooral door de populariteit van deze samenlevingsvorm onder heterostellen. Toen huwelijk en geregistreerd partnerschap in 2014 gelijk werden getrokken voor toekenning van het juridisch ouderschap aan vaders en partners in paren van gelijk geslacht, zorgde dat voor een verdere toename in het aantal partnerschappen.

Zakelijk

Inmiddels kiest ongeveer een kwart van alle paren die naar de burgerlijke stand gaat voor een geregistreerd partnerschap. Geregistreerd partners lijken hun verbintenis zakelijker te benaderen dan mensen die trouwen. Zo is maandag de populairste dag voor het sluiten van een geregistreerd partnerschap, terwijl huwelijken bij voorkeur op vrijdagen in de lente en de nazomer plaatsvinden. Ook gaat een partnerschap vaker dan een huwelijk gepaard met een andere belangrijke gebeurtenis, zoals het krijgen van een kind of een verhuizing.

Bron KNB

Lees meer
06-03-2023

Mogelijkheid voor beëindigen taken door aangewezen executeur

Om alles na uw overlijden zo goed mogelijk voor uw nabestaanden te regelen kunt u een testament opstellen. Daarin kunt u bepalen wie uw erfgenamen zijn, wie wat krijgt, maar ook kunt u iemand aanstellen die de afwikkeling van de nalatenschap gaat regelen als u er niet meer bent: de executeur. Deze persoon zorgt ervoor dat uw wensen worden uitgevoerd en nageleefd als u er niet meer bent. De verdeling van een nalatenschap kan immers leiden tot ruzie tussen de erfgenamen. De executeur is dan de door u aangewezen persoon die het toezicht heeft en ervoor zorgt dat uw wensen worden nageleefd.

Bij de afwikkeling van een nalatenschap zijn er drie soorten executeurs, ook wel bekend als de 1, 2 en 3 sterren executeur.

  • 1 ster: De begrafenisexecuteur. De begrafenisexecuteur is de persoon die uitsluitend uw uitvaart regelt, meer niet.
  • 2 sterren: De beheersexecuteur. De beheersexecuteur is degene die uw nalatenschap beheert en de schulden betaalt. De beheersexecuteur heeft een aantal taken die onder het wettelijke takenpakket vallen, zoals het opmaken van een boedelbeschrijving, het aanschrijven van schuldeisers, het opzeggen van abonnementen, het doen van belastingaangiften, enzovoorts. Een beheersexecuteur is niet bevoegd voor het regelen van de uitvaart.
  • 3 sterren: De afwikkelingsbewindvoerder. Naast de begrafenisexecuteur en de beheersexecuteur is er ook nog de mogelijkheid om iemand aan te wijzen als afwikkelingsbewindvoerder. Deze persoon is ook bevoegd om uw erfenis te verdelen zonder medewerking van de erfgenamen. Ook kan hij bijvoorbeeld goederen verkopen, zoals uw woning, om zo schulden af te betalen zonder dit te overleggen met de erfgenamen.

Voor de verdeling van de nalatenschap is de medewerking van de gezamenlijke erfgenamen noodzakelijk.

Wel of niet aanvaarden taak executeur

De aangewezen executeur zal zich na uw overlijden moeten uitspreken of hij zijn functie wil aanvaarden. De aangewezen persoon kan ervoor kiezen om die taak af te wijzen: de rol van executeur is niet altijd eenvoudig. Soms weet de benoemde executeur onvoldoende wat hij mag en/of moet doen.

Voor een dergelijke situatie kan in het testament dan een opvolgend executeur benoemd zijn. Ook is het mogelijk dat is bepaald dat de executeur iemand naast zich als tweede executeur in zijn plaats kan (laten) stellen of dat hij een vervangend executeur bij notariële akte aan mag stellen.

Als er geen van deze mogelijkheden in het testament staan moet de kantonrechter iemand aanwijzen die verantwoordelijk wordt voor de afwikkeling van het nalatenschap.

Het kan gebeuren dat de executeur te lang wacht met het aanvaarden van zijn functie. Dat kan lastig zijn want als er een executeur is benoemd zijn de erfgenamen niet bevoegd met de nalatenschap aan de slag te gaan. De executeur is echter pas in functie wanneer hij die functie heeft aanvaard. Als een executeur maar niet overgaat tot het aanvaarden van zijn functie, dan kunnen de erfgenamen of andere belanghebbende(n) de kantonrechter vragen aan de executeur een termijn te stellen. Na afloop van deze termijn kan de benoeming niet meer worden aanvaard.

Er kan ook een situatie ontstaan waarin een executeur zijn of haar taak eerst wel heeft aanvaard maar daar op later tijdstip mee wil stoppen. Ook dan kan het testament een uitweg bieden door iemand in zijn plaats te mogen (laten) stellen of om een opvolgend executeur bij notariële akte aan te mogen stellen.

Het stoppen of het ontslag van de executeur betekent niet dat de executeur per direct kan stoppen. Hij is volgens de wet verplicht om alles te blijven doen wat niet zonder nadeel voor de afwikkeling van de erfenis kan worden uitgesteld; dit moet hij doen tot het beheer over de nalatenschap definitief aan de opvolger is overgedragen.

Ontslag

Een executeur kan ook worden ontslagen uit zijn functie. Wanneer een executeur zijn taak niet goed vervult, de zaken te traag afhandelt, ondoorzichtig handelt, onterechte schulden betaalt of onbegrijpelijke kosten in rekening brengt, biedt de wet aan een aantal personen de mogelijkheid het ontslag van deze executeur te vragen aan de kantonrechter. Dit verzoek kan worden gedaan door een erfgenaam, een mede-executeur, het openbaar ministerie en ambtshalve door de kantonrechter.

De kantonrechter kan dit verzoek alleen maar toewijzen wanneer er sprake is van aantoonbaar gewichtige redenen voor het ontslag: de executeur schiet in ernstige mate tekort in de vervulling van zijn taken, bijvoorbeeld op geen enkele manier informatie geven ondanks diverse duidelijke verzoeken of het aantoonbaar niet goed beheren van de goederen van de nalatenschap. Heeft de executeur gedurende de procedure alsnog aan al zijn verplichtingen voldaan, dan kan het zijn dat het verzoek tot ontslag wordt afgewezen door de kantonrechter.

Als ontslag volgt en het testament geen reserve-executeur noemt mag de kantonrechter alleen een nieuwe executeur aanwijzen als dit in het testament expliciet is bepaald. Staat er geen reserve executeur in het testament dan moeten de erfgenamen in onderling overleg zelf de erfenis afwikkelen. In plaats daarvan kan er wel een vereffenaar worden benoemd door de rechtbank. Daarvoor dient dan weer een verzoek te komen van (een van) de erfgenamen.

Wilt u meer weten over de executeur en het opmaken van een testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Lees meer
27-02-2023

Het vergeten testament

In 2021 heeft de Rechtbank Den Haag een uitspraak gedaan over de uitleg van een door erflater in 1990 opgesteld testament. In dat testament had erflater, toen pas gescheiden en ongehuwd, zijn nog minderjarige kinderen tot zijn erfgenamen benoemd. Erflater had nooit iemand verteld dat hij een testament had. Erflater was ten tijde van zijn overlijden met een andere partner geregistreerd als partner.

Zonder testament zou erflaters nalatenschap met achterlating van een geregistreerd partner en kinderen op grond van de wettelijke verdeling dusdanig zijn verdeeld dat alle goederen naar die partner zouden zijn gegaan. De kinderen zouden hun erfdeel in de vorm van een geldvordering op haar ontvangen, welke vordering pas opeisbaar zou zijn bij haar overlijden of faillissement.

Partner vecht onterving aan

Door het testament was de partner onterfd. De partner was het daar niet mee eens en ging het testament aanvechten.

Als eiseres stelde zij dat erflater was vergeten dat hij in 1990 een testament heeft opgemaakt, althans dat hij was vergeten zijn testament te herroepen of te wijzigen vanwege ingrijpende gewijzigde persoonlijke omstandigheden en verhoudingen.

Gewijzigde omstandigheden

In de procedure werd door de eiseres onder meer gesteld dat de omstandigheden van erflater ten tijde van zijn overlijden volstrekt anders waren dan ten tijde van het opstellen van het testament. Zo waren erflaters kinderen minderjarig op het moment dat het testament was opgesteld en daarom zou de ex-echtgenote bij het overlijden van erflater, als hij geen testament zou hebben opgemaakt, als wettelijk vertegenwoordiger bewindvoerder van erflaters minderjarige kinderen zijn geworden. Erflaters kinderen waren inmiddels ruimschoots meerderjarig en de ex-echtgenote van erflater was overleden. Daarnaast had erflater sinds de zomer van 2001 een relatie met eiseres en waren zij in 2009 een geregistreerd partnerschap aangegaan. Ook zou het contact tussen erflater en de kinderen na het opstellen van het testament aanzienlijk zijn verslechterd.

Eiseres was dan ook van mening dat de inhoud van het testament niet overeenkwam met de wil van erflater op het moment van zijn overlijden. Zij stelde dat als erflater zijn testament niet zou zijn vergeten, hij dit zeker had herroepen en het zou hebben aangepast aan de nieuwe situatie.

Erflater zou volgens haar gedacht hebben dat de wettelijke verdeling van toepassing zou zijn en dat hij haar bij afwezigheid van een testament verzorgd achter zou laten.

Testament is bewust ongewijzigd gebleven

De kinderen hebben daartegenover gesteld dat erflater het testament heel bewust na de echtscheiding van hun moeder heeft opgesteld. Het was volgens gedaagde daadwerkelijk de wens van erflater om zijn kinderen, in elke situatie, tot zijn enige erfgenamen te benoemen. Dat erflater met niemand, ook niet met eiseres, over zijn testament heeft gesproken, kan niet tot de conclusie leiden dat erflater zijn testament vergeten was.

Ook dat het contact tussen erflater en zijn kinderen na het opmaken van het testament slechter is geworden, maakt niet dat sprake is van een vergeten testament.

Het contact tussen erflater en zijn kinderen was namelijk ook ten tijde van het opmaken van het testament al slecht en erflater heeft de kinderen desondanks kennelijk niet willen onterven. De kinderen ontkenden dan ook dat sprake was van een vergeten testament.

Oordeel rechtbank

Tussen partijen is niet in geschil dat het testament in taalkundige zin helder is: in het testament staat heel duidelijk dat erflater zijn kinderen had benoemd tot zijn enige erfgenamen.

Volgens vaste rechtspraak is, om te kunnen vaststellen of de bewoordingen van een testament duidelijk genoeg zijn en op welk rechtsgevolg het testament van erflater is gericht, uitleg nodig.

Bij de uitleg van een testament moet in eerste instantie gelet worden op de verhoudingen die de erflater kennelijk wenste te regelen en op de omstandigheden waaronder het testament is gemaakt. Pas als ook dan nog de tekst van het testament onduidelijk is, mag gelet worden op daden of verklaringen van de erflater buiten het testament om.

Op basis van de beschikbare gegevens kon volgens de rechtbank niet uitgesloten worden dat erflater met zijn testament een wettelijke verdeling in de toekomst – ten gunste van een eventuele toekomstige partner en ten nadele van zijn kinderen – juist heeft willen voorkomen. Anders dan eiseres betoogde, werd niet vastgesteld dat het op het moment waarop erflater zijn testament opmaakte, het niet de uitdrukkelijke bedoeling van erflater was zijn kinderen te laten erven. Dit betekent dat de in het testament opgenomen beschikkingen niet aan belang hebben verloren op het moment dat erflater met eiseres een geregistreerd partnerschap is aangegaan.

De verhoudingen die de erflater in zijn testament kennelijk wilde regelen en de omstandigheden waaronder het testament is gemaakt gaven naar het oordeel van de rechtbank dan ook geen aanleiding om een andere uitleg aan het testament te geven dan de uitleg die op grond van de bewoordingen ervan voor de hand ligt, namelijk dat erflater zijn kinderen tot zijn enige erfgenamen heeft willen benoemen.

Nu op grond van de uitlegregels geen onduidelijkheid bestaat over wat erflater destijds voor ogen stond, wordt niet toegekomen aan een nadere uitleg op grond van gedragingen en verklaringen van erflater na die tijd.

Ervan uitgaande dat erflater dergelijke uitlatingen inderdaad heeft gedaan, kon de rechtbank zich voorstellen dat dit voor eiseres uitermate onbevredigend was.

Het wijzigen van een testament of herroepen van een laatste wil is alleen mogelijk door het laten opmaken van een ander testament of notariële akte. De rechter moet op grond van de wet ervan uitgaan dat een gemaakt testament de laatste wil van erflater weergeeft en kan hij het testament niet zomaar terzijde schuiven met de veronderstelling dat dit waarschijnlijk niet meer was wat erflater wilde. De rechter moet zich dus uiterst terughoudend opstellen, als het gaat om het “achteraf interpreteren” van een laatste wil van een erflater.

In het licht van het voorgaande kwam de rechtbank tot het oordeel dat aan het testament uitgevoerd moest worden en werd het verzoek van de eiseres afgewezen.

Advies

Wilt u geen onzekerheid laten ontstaan over de gevolgen van uw testament na uw overlijden dan is het verstandig op met enige regelmaat uw testament door te nemen. Indien nodig kan het dan tijdig worden aangepast zodat uw wensen voor iedereen duidelijk zijn. Voor meer informatie kunt u ook bij uw notaris terecht.

Lees meer
20-02-2023

Belangen minderheidsaandeelhouder niet veronachtzamen

In besloten vennootschappen komt het regelmatig voor dat de ene aandeelhouder meer aandelen heeft dan een andere aandeelhouder in dezelfde BV. Dat is meestal geen probleem, maar ontstaat een geschil in een situatie waarin de meerderheidsaandeelhouder zijn of haar wil kan opleggen aan de minderheidsaandeelhouder. Dat houdt echter niet altijd stand.

Dat bleek in een zaak waarin de aandelenverhouding tussen de twee aandeelhouders 33 tegenover 67% was. Toen de BV in financieel zwaar weer kwam werd besloten de samenwerking tussen de twee aandeelhouders te beëindigen. De twee werden het echter niet eens over de jaarrekening, vooral niet over de door de meerderheidsaandeelhouder in rekening gebrachte kosten. Het verzoek tot het houden van een jaarvergadering wordt niet gehonoreerd. Met dit laatste worden de aandeelhoudersrechten van de minderheidsaandeelhouder geschonden.

Onduidelijkheid is er over het vaststellen van de jaarrekening. Er is volgens de minderheidsaandeelhouder nooit een vergadering geweest waarin de jaarstukken zijn vastgesteld. De meerderheidsaandeelhouder heeft notulen opgesteld van een jaarvergadering die nooit is gehouden.

Vervolgens zijn de niet vastgestelde jaarstukken als vastgesteld bij de kamer van koophandel gedeponeerd.

Doordat de aandeelhoudersrechten van de minderheidsaandeelhouder door de meerderheidsaandeelhouder zwaar zijn geschonden, en door het gedrag van de meerderheidsaandeelhouder met betrekking tot de vaststelling van de jaarrekening is de minderheidsaandeelhouder volgens de rechtbank zodanig in zijn rechten en belangen geschaad, dat het voortduren van het aandeelhouderschap in redelijkheid niet van hem kan worden gevergd.

De rechtbank bepaalt dat een deskundige de waarde van de aandelen zal moeten vaststellen. De twistende partijen moeten deze deskundige gezamenlijk benoemen.

Wilt u meer weten over de rechten van een minderheidsaandeelhouder? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Lees meer

Hebt u een vraag? Bel ons vrijblijvend: 076 - 565 28 50

Volg ons